Het haventje van de Griete is één van de weinig overgebleven tijhavens in Zeeuws-Vlaanderen. Het wordt in 1873 aangelegd voor het scheepvaartverkeer naar Hulst. Vandaag de dag is de Griete vooral de thuishaven voor pleziervaart. Aan het einde van de havendam staan een lichtmast en een mijnenuitkijkpost. Die dateert uit de periode van de Koude Oorlog. De Mijnuitkijkdienst bestond van 1949 tot 1974. In die periode worden een kleine honderd betonnen palen langs de Westerschelde geplaatst. In de volksmond worden dit MUD palen genoemd, maar officieel heten ze Pelorusstand. Een pelorus is een eenvoudig nautisch richtmiddel. Via kruispeilingen zou men de afstand kunnen bepalen tot de eventueel door Russische bommenwerpers afgeworpen zeemijnen. De posten langs de wal heten waluitkijkposten (WUP). Op de nol van de Griete staat nog altijd de paal van WUP 80.